Tips tegen snurken
Geschreven door Jan van der Borden. Jan was 31 jaar lang actief als KNO-arts.
Snurker wordt wakker!
Er komen veel snurkers op het spreekuur van de KNO-arts. "Is er niets aan te doen, dokter?" vraagt meestal de partner wanhopig... Ja, gelukkig is er veel aan te doen, maar dat vergt wel wat medewerking van de snurker. En daar zit nu juist de kneep.
Ik snurk zelf ook, maar alleen als ik één of meer kilo’s te zwaar ben. Dat is ook steeds weer het moment, dat mijn vrouw zegt: "Ga eens op de weegschaal staan." Ik kan de weegschaal erop gelijk zetten: inderdaad ruim één kilo te zwaar. Zelf merk ik van het snurken niets en ik word er niet wakker van, maar mijn vrouw wel. Dus pas ik mijn dieet aan en binnen twee nachten is het snurken weer verdwenen. Dat steekt zo nauw.
Slappe wanden: het Bernoulli-effect
Een prachtige manier van oplossen, vind je niet? Helaas, zo eenvoudig is het meestal niet. Maar het geeft wel aan dat het lichaamsgewicht een grote rol speelt. Boven de 40 jaar worden onze weefsels slapper; ook in de keelholte. Slapper keelweefsel raakt eenvoudiger in trilling en dat veroorzaakt het snurkgeluid. Als met het klimmen der jaren dan ook het lichaamsgewicht toeneemt, zijn er al twee belangrijke factoren ontstaan die snurken verklaren. Vetstapeling in de hals en keel veroorzaken namelijk een nauwere luchtweg. Er ontstaat een natuurkundig fenomeen dat een luchtstroom door een nauwe doorgang slappe wanden naar binnen zuigt. We noemen dit het Bernoulli-effect. Snurken is dus geen ziekte, maar een symptoom van een nauwe bovenste luchtweg: de keelholte.
Naast gewicht en leeftijd zijn de andere oorzaken: alcohol en roken. Iedereen kent de filmbeelden van feesten met daarna uitgetelde, lallende en snurkende feestgangers... Dat betekent dat een snurker naast afvallen moet stoppen met roken en alcohol. Als er dan nog snurkklachten overblijven, dan kan je kijken of er nog andere mogelijkheden bestaan om van het nare snurkgeluid af te komen. Bijvoorbeeld deze oplossingen.
Snurken of slaapapneu?
Snurken moet niet verward worden met slaapapneu. Dat is namelijk wel een ziekte, waarbij de slappe keelwanden naar elkaar toetrekken en zo de ademhaling bemoeilijken. Iedere slaapapneupatiënt is een snurker, maar niet iedere snurker heeft slaapapneu. Het verschil merk je in de slaperigheid overdag bij slaapapneu dag in dag uit. Hiervoor is doktersbezoek noodzakelijk, want slaapapneu is een ongezonde aandoening. Populaire media schrijven er wekelijks over (zie bijvoorbeeld nu.nl).
Een KNO-arts zal slaapapneu willen uitsluiten, omdat die een patiënt moet behoeden voor gezondheidsschade. Kan geen slaapapneu worden vastgesteld, dan is er in feite geen ziekte aanwezig en hoeft de zorgverzekeraar geen vergoeding te geven voor de verdere aanpak van het snurkprobleem. Het is daarmee niet-vergoede zorg geworden en dat moet een snurker dan zelf betalen. Het is dan handig een uitgebreid palet aan mogelijkheden aangeboden te krijgen, waarbij een snurker zelf kan beoordelen hoe groot zijn/haar portemonnee is.
Tips om snurken tegen te gaan
Er komen dan bijvoorbeeld snurkbeugels en neusdouches in aanmerking. Of neusspreiders die je neusademhaling kunnen verbeteren. Dit zijn allemaal voorbeelden van niet-vergoede zorg. Helpen deze, dan kan dat de oplossing zijn.
Een paar opties:
Bekijk al onze anti-snurk producten
Werkt dat ook niet en overheerst het gevoel dat er misschien sprake is van slaapapneu, zoek dan een KNO-arts op. En er is natuurlijk ook altijd nog die laatste escape voor de partner: Oordoppen. Daar zijn echter de andere huisbewoners en soms ook de buren niet mee geholpen...
Dit artikel is geschreven door:
Jan van der Borden
KNO-arts
Jan is sinds 1989 KNO-arts. Hij heeft gewerkt in het AMC, Andreas Ziekenhuis, SLAZ en het BovenIJ Ziekenhuis. Hij is erelid van de Nederlandse KNO-vereniging. Voor deze vereniging en andere zorgaanbieders professionaliseert hij websites, zoals neus.nu. Via miotheek.nl geeft hij nascholing over otologie voor o.a. huisartsen.
“Ik zat heel lang in het KNO-vak en ondersteun nog steeds graag mensen met mijn kennis en kunde. Dat deed ik in mijn spreekkamer, maar nu ook met duidelijke uitleg op diverse websites.”
