NoseWings zijn ontworpen om de neusademhaling te verbeteren voor mensen die een (chronische) verstopte neus ervaren, met name tijdens het slapen. In tegenstelling tot andere neusspreiders zoals neusstrips, maken NoseWings gebruik van de afstotende kracht van magneten om de neusgangen te openen.
Deze magnetische neusspreiders laten je vrijer laten ademen, verbeteren de nachtrust en zorgen ervoor dat je je de volgende dag een stuk fitter voelt.
Ze kunnen daarnaast bijdragen aan het verminderen van snurken. Snurken wordt bij veel mensen (deels) veroorzaakt door een verstopte neus. Wanneer lucht moeilijker door de neus stroomt, kan dit leiden tot ‘turbulentie’ in de luchtwegen, wat geluidstrillingen veroorzaakt en snurken tot gevolg heeft.
NoseWings neusspreiders zijn ontwikkeld door de Nederlandse KNO-arts Dr. Robert André.
Sport en yoga
Ook tijdens het beoefenen van intensieve sport zoals hardlopen en wielrennen kunnen NoseWings effectief zijn. Zelfs bij yoga kunnen NoseWings een effectief hulpmiddel zijn bij ontspanningsoefeningen waarin de focus op neusademhaling ligt.
Wanneer zijn NoseWings niet geschikt voor gebruik?
NoseWings zijn niet geschikt voor personen met een scheef neustussenschot (deviatiestand). Aangezien NoseWings ontworpen zijn om de zijkanten van de neusgaten naar buiten te duwen, kunnen ze minder doeltreffend zijn bij deze afwijking. De druk die door de NoseWings wordt uitgeoefend, kan dan onvoldoende zijn om de vernauwing te corrigeren.`
En hoewel NoseWings op de meeste volwassen neuzen passen en je ze zelf kunt verstellen, kunnen ze te groot zijn voor zeer kleine neuzen.
De NoseWings breng je aan op je neusvleugels. Door de afstotende magneetjes worden je neusvleugels voorzichtig naar buiten gedrukt. Hierdoor wordt de neusingang breder en stroomt lucht makkelijker naar binnen. Een kleine afname van de diameter van de neusgang(en) kan al een groot effect op de luchtstroom hebben. Bijkomend effect van vrije neusademhaling is bovendien dat het snurken kan verminderen.
NoseWings zijn zo ontworpen dat ze bij de meeste mensen niet aangepast hoeven te worden. Probeer daarom NoseWings eerst zonder deze te verstellen. Indien nodig kunnen ze eenvoudig zelf wijder of smaller gemaakt worden voor optimaal comfort en effectiviteit. Zie stap 3 van de instructies voor gebruik.
In het doosje zit een linker en een rechter NoseWing, dit staat aangegeven met L en R op de binnenzijde van het doosje. Voor het beste effect dienen NoseWings op de juiste manier geplaatst te worden op de linker en rechter neusvleugel, met de magneten aan de binnenzijde en de vleugels aan de buitenzijde.
Tip: gebruik een spiegel bij het aanbrengen en op maat maken van de NoseWings.
1. Neem de NoseWing die je als eerste wilt aanbrengen tussen duim en wijs- vinger.
2. Schuif de NoseWing in positie op de betreffende neusvleugel. Bij het loslaten van de NoseWing dient deze te blijven zitten, maar moet niet strak aanvoelen.
3. Op maat maken (probeer bij het smaller of wijder maken, de pootjes zo parallel mogelijk aan elkaar te laten zijn):
4. Plaats vervolgens de tweede NoseWing op dezelfde manier op de andere neusvleugel.
5. Zorg dat ze goed gepositioneerd zijn, recht tegenover elkaar. De neusvleugels zouden iets verder uit elkaar moeten staan en je zou minder weerstand bij inademen moeten bemerken.
Afhankelijk van de vorm en grootte van je neus kunnen kleine aanpassingen in de positie of de hoek waarin ze zijn aangebracht, helpen in het vinden van de meest comfortabele en effectieve plek. Bij de meeste mensen zitten NoseWings het stabielste wanneer ze richting de wangen en verder van de neustip gepositioneerd worden.
Krijg je niet het gewenste effect? Pas dan de onderlinge lengte van de pootjes aan zodat het binnenste pootje langer of korter wordt dan het buitenste pootje.
6. Klaar! Neem rustig de tijd om te wennen aan NoseWings. Als het goed is zou je na een poosje nauwelijks meer moeten merken dat je ze in hebt, behalve dat je vrijer door je neus zult kunnen ademen.
Tips zodat de NoseWings beter blijven zitten
Zorg dat de binnenzijde (magneet) en buitenzijde (vleugel) parallel of zelfs een heel klein beetje naar elkaar toe staan voordat ze op de neusvleugel geschoven worden.
Hierbij mogen ze in het begin iets te strak aanvoelen/ ietsje klemmen.
Als ze te slap lijken te zitten is aandrukken terwijl de NoseWing al op de neusvleugel zit niet erg effectief en is het beter om hem af te doen, iets meer te buigen en weer op te doen.
Door NoseWings meer richting de wangen te schuiven zijn ze vaak iets stabieler.
Nog vragen of advies nodig? Neem contact met ons op.
Neem ook gerust een kijkje op de website van NoseWings voor meer details. Hier vind je onder andere de meest gestelde vragen (FAQ).